|
|
Breng 10 cl water aan de kook.
Giet dit over de gedroogde paddestoelen en laat ze een half uur weken.
Pel de sjalot en snijd hem klein.
Maak de verse paddestoelen schoon.
Houd een paar achter voor garnering en snijd de rest klein.
Snijd de ansjovisfiletjes in stukjes.
Fruit de sjalot en de ansjovis in de olie zacht.
Bak de paddestoelen met wat peper en tijm mee met de sjalot.
Houd de paddestoelen voor de garnering apart.
Roer de zuivelspread door de gebakken paddestoelen en laat het smelten.
Was de peterselie en houd 4 mooie takjes achter.
Trek van de rest de blaadjes van de steeltjes.
Pureer de geweekte paddestoelen met een paar lepels weekvocht fijn.
Voeg dit toe aan de gebakken paddestoelen en pureer het geheel met een staafmixer of in de keukenmachine grof.
Hak op het laatst de peterselie en de walnoten kort mee.
Neem 8 grote blaadjes van de struikjes witlof, was ze en dep ze droog.
Vul de witlofbladen met het paddenstoelenmengsel.
Plaats ze op kleine borden en garneer met de takjes peterselie of rozemarijn en de achtergehouden paddestoelen.