|
|
Dop de erwtjes (beter: dop nog veel meer erwtjes en bereid de rest à la française).
Breng een pannetje water met flink zout aan de kook en kook ze 4 minuten.
Plons even in koud water en laat ze uitlekken.
Bak of gril het lamsvlees heet en kort; alleen de buitenkant heeft een kleurtje nodig.
Laat afkoelen en snijd het dan met een groot scherp mes tot grove tartaar: eerst in reepjes, dan dwars in blokjes en vervolgens, als je dat wilt, nog wat fijner.
Snij de muntblaadjes klein en pureer ze met wat olijfolie, Parmigiano, amandelen en knoflook.
Voeg de olie naar behoefte toe, en breng op smaak met zout.
Meng het vlees in een kom eerst met de muntpesto en dan met de erwtjes.
Dat gaat het veiligst met je vingers.
Proef: er is zout nodig en wellicht versgedraaide peper.
Misschien zelfs een drupje citroensap.
Maak bergjes ‘tartaar’ op de borden, garneer met rucola en sliert nog wat olijfolie over alles.