|
|
Breng een pan water aan de kook.
Geef aan de onderkant van de tomaten, tegenover het kroontje, een oppervlakkig sneetje met een mes en dompel de tomaten een seconde of 20 in het water.
Daarna trek je er het velletje af.
Snijd de tomaten, paprika, komkommer en ui in stukjes en doe ze in een blender met het brood, knoflook, paprikapoeder en komijn.
Draai tot puree en voeg de halve deciliter en de azijn toe, plus zo veel water om het sauzig te maken.
Breng op smaak met zout.
Haal het vel van de chorizo en snijd de worst in zeer kleine blokjes.
Bak die op halfhoog vuur in een koekenpannetje zonder vet (er loopt genoeg uit) tot ze krokant zijn.
Schep uit het vet en bewaar.
Leg de mulfilets op hun velkant en voel voorzichtig met je vingertoppen: er zitten nog kleine graatjes in.
Trek die eruit met een vis- of een gewone pincet.
Bestrooi de filets met zout.
Bewaar koel.
Verwarm vier borden voor en laat de gazpacho op kamertemperatuur komen.
Verhit een scheut olijfolie in een koekenpan tot zeer heet.
Dep de visfilets droog en leg ze met hun velkant onder in de hete olie.
Bak ze kort, tot de glazige kleur bovenop bijna verdwenen is (2 à 3 minuten).
Draai ze om, wacht 10 seconden en leg ze dan op de borden, velkant boven.
Schenk er wat gazpacho omheen (beslist niet overheen) en garneer met de chorizokruimels.
Noot:
Er is beslist te veel gazpacho, maar minder maken gaat niet in een blender.
Eet of drink de rest een andere keer.