|
|
Dop de erwtjes.
Breng een pan water met de suiker en 10 gram zout per liter aan de kook en doe ze erin.
Reken 2 minuten vanaf het moment dat ze weer aan de kook komen (4 als het dikke stuiters zijn), giet af en kiep ze in koud water.
Laat eventjes staan en laat ze daarna uitlekken.
Bak de hele amandelen in 1 eetlepel olijfolie tot ze goudgeel kleuren of net iets daar voorbij.
Donkerbruin betekent bitter dus pas op.
Verwijder de pitten van de olijven en snijd ze tot grof kruim.
Proef de erwtjes en breng zo nodig op smaak met zout.
Knijp er wat limoensap over en meng voorzichtig.
Proef opnieuw.
Verdeel de erwtjes over 4 (diepe) borden of kommen.
Scheur de burrata in 4 stukken en leg erop.
Verdeel de olijven en amandelen erover en rasp er heel dun wat limoenschil op.
Besprenkel met olijfolie.
Wat brood is er prettig bij, plus een frisse witte wijn, zoals Rueda Verdejo.