voor 20 stuks
|
|
Pluk de dillepunten uit de stengels en snijd ze fijn.
Kook voor het soezendeeg 25 cl water, ½ theelepel zout en boter in een kleine pan en roer tot de boter gesmolten is.
Haal van het vuur, voeg meteen bloem en paprikapoeder toe en roer er met een houten lepel door.
Zet de pan terug op de hete hete plaat en roer gedurende 1 à 2 minuten op zeer laag vuur tot het deeg een knoedel wordt en er een witte laag op de bodem van de pan ontstaat.
Giet het deeg in een mengkom.
Kneed de eieren één voor één met de deeghaken van de handmixer.
Elk ei moet volledig ondergewerkt worden voordat het volgende ei wordt toegevoegd om een glad deeg te verkrijgen.
Voeg de dille toe en vouw in.
Giet het deeg in een spuitzak met een grote stervormige tuit.
Spuit 20 dotten (3 cm Ø elk) met een tussenruimte van 4 à 5 cm op een met bakpapier beklede bakplaat.
Bak in een voorverwarmde oven op 200 °C circulerende lucht (boven/onderwarmte 220 °C, gas 3 à 4) op het onderste rek gedurende 20 à 25 minuten goudbruin.
Rooster ondertussen de pompoenpitten in een pan.
Laten afkoelen en grof hakken.
Laat de soesjes kort afkoelen, halveer horizontaal met een zaagmes en laat de boven- en onderkant volledig apart afkoelen.
Snijd de bieslook fijn voor de vulling.
Roer de mierikswortel, bieslook, citroenschil en olijfolie erdoor.
Breng op smaak met zout & peper.
Giet de vulling kort voor het opdienen in de soeses.
Voeg ½ theelepel kaviaar toe en serveer bestrooid met pompoenpitten.
In plaats van forelkaviaar gaat gerookte zalm ook goed samen met de mierikswortelricottavulling - bij voorkeur in fijne reepjes.
