voor vier kleine kopjes soep, als voorgerechtje of amuse
|
|
Was de sla.
Voor de soep kunnen de meestal taaiere buitenste bladeren ook worden gebruikt.
Snipper de sjalot en snij de prei in dunne ringen.
Smoor de sjalot zachtjes in de olijfolie en doe na een minuut of twee de preiringen erbij.
Een minuut of wat onder goed roeren mee laten smoren.
Voorkom het aanbakken van de sjalot en prei.
Doe de slabladeren met aanhangend water in de pan en blijf roeren.
De bladeren zullen slinken.
Doe dan een forse scheut water erbij, doe het deksel op de pan en laat het geheel een kwartier tot twintig minuten koken.
Met de staafmixer (of passé-vite of keukenmachine) pureren.
De dikte van de soep kan je zelf bepalen: met water aanlengen en met wat groentebouillonpoeder (of stukjes van een blokje) op smaak brengen.
Voor het serveren een scheut kookroom erdoor.
Een heerlijk zachte soep.
Opmerkingen
Erg lekker. Pas op met de hoeveelheid groentebouillon, anders gaat dat de smaak overheersen.
Varianten: ui i.p.v. sjalot; preitje weglaten; een aardappel meekoken; met kippenbouillon; met melk i.p.v. water; met een maïzenapapje met melk; (voor grotere borden soep:) met kruidenkaas (boursin, midgard), gegarneerd met gehakte peterselie of met gebakken broodblokjes.
Kalmthoutse variant: in de soepterrine een eierdooier vermengen met room en de soep uit de pan er beetje bij beetje in doen en doorroeren. Peper en zout naar smaak.