|
|
Wijn met water, half om half, opzetten met citroenschil, pijpkaneel en suiker, laten trekken en de kruiden er uit nemen.
De soep binden met aangemengde sago en gaar gekookte rozijnen zonder pit er in doen.
Als wijn kan naar keuze rode of witte genomen worden.
De eiwitten zeer stijf kloppen, suiker toevoegen, dit op de soep plaatsen en het wit met deksel op de pan koken, tot het hard is.
Bij het opdoen op ieder bord een vlokje eiwitschuim.
Bron: Het Nieuwe Kookboek
|
|
Smoor de sjalotsnippers in de boter in een stevige pan (kasserol).
Doe daarna de wijn en de bouillon erbij.
En de citroenschil.
Doorkoken tot de sjalot zacht is.
Vis de citroenschil eruit en pureer het geheel met een staafmixer.
In een kommetje de eigelen met de slagroom mengen.
De soeppan van het vuur nemen en het ei-roommengsel er met een garde goed door roeren.
Dat mag op heel klein vuur, maar absoluut niet meer aan de kook brengen!
Op smaak brengen met peper, zout en kaneel.
Serveer met wat druiven erin en/of croutons.
Opmerkingen
Zoveel streken er in Duitsland zijn, zoveel recepten voor Weinsuppe.
Citroenschil heel dun met een beugel-dunschiller schillen. Geen wit erbij.
Varianten zijn er met bloem (een roux maken met boter en dan bouillon en wijn erbij), met wat gesnipperde bieslook en met suiker (50 gram) en citroensap en -rasp, i.p.v. wat dunne schil mee laten koken.
Bron: diverse u.A. chefkoch.de en uiteindelijk een beetje eigen
Gepubliceerd door: MergenMetz