|
|
Pel de garnalen en draai de koppen uit.
Leg de garnalen in de lengte op de rug, verwijderen de darm.
Sla op het citroengras met een zwaar mes, gesneden in 4 cm grote stukken.
Snijd de gember met schil in plakjes.
Verhit 3 eetlepels arachideolie in een steelpan.
Geroosterde garnalenkoppen en -schelpen erin gedurende 2 minuten.
Voeg de laksa pasta, gember en citroengras toe en bak kort.
Vul met gevogeltebouillon, 20 cl water en kokosmelk en breng aan de kook.
Laat 10 minuten trekken op een laag vuur.
Kook ondertussen de rijstnoedels in kokend gezouten water volgens de verpakkingsinstructies, laat uitlekken, afschrikken met koud water en uitlekken.
Champignons schoon maken en halveren, dan in grotere kwarten.
Pak de tofu uit, bedek het met keukenpapier en druk het met 1 zware pan op het werkblad, zodat de pekel ontsnapt en de tofu droog wordt.
Maak de spruiten schoon, was ze koud en draai ze droog.
Maak de paksoi schoon en halveer de afzonderlijke bladeren in de lengte.
Pluk korianderbladeren van de stengels, grof hakken.
Giet de soep door een grove zeef in een brede steelpan, breng aan de kook en breng op smaak met sojasaus, suiker en limoensap.
Verhit de rest van de arachideolie in een pan, pluk de tofu en bak deze aan alle kanten knapperig en bruin.
Breng de soep aan de kook.
Voeg garnalen, champignons en pak choi toe aan de soep en laat 3 à 4 minuten staan.
Voeg de noedels toe en verwarm slechts kort.
Schik de soep in kommen met de spruiten en serveer met tofu, koriander en gebakken uien.
