voor 8 à 10 personen
|
|
Pel de garnalen.
Houd koppen en ander afval apart.
Maal het visvlees in de gehaktmolen door een grove plaat of hak het in kleine stukjes.
Voeg er zout en peper aan toe en vorm er afgeplatte ballen van.
Snijd de ballen daarna in plakken van ongeveer 1 centimeter dik.
Maak het krabvlees schoon, verwijder alle kraakbeenachtige delen en andere ongerechtigheden.
Hak het krabvlees daarna in kleine stukjes.
Verhit 2 eetlepels olie en voeg koppen en ander afval van de garnalen toe.
Laat ze al omscheppende bakken tot ze een rode kleur gekregen hebben.
Voeg er vervolgens 8 koppen water en 2 theelepels zout aan toe.
Leg het deksel op de pan en laat alles gedurende 20 minuten zachtjes trekken.
Zeef de bouillon daarna door een doekje.
Breng hem opnieuw aan de kook.
Voeg dan de plakken visgehakt, garnalen en krabvlees toe.
Wanneer de bouillon weer aan de kook komt moet de hittebron getemperd worden.
Neem de pan na 2½ à 3 minuten van het vuur.
Houd het gerecht warm.
Bereid de mihoen zoals op de verpakking staat aangegeven.
Was de taugé en verwijder zoveel mogelijk zaadhulsjes.
Verhit 3 eetlepels olie en fruit boven een niet al te hoog vuur er al omscheppend ui, knoflook en citroenrasp zolang in tot de ui begint te kleuren.
Voeg er dan de blacan, laos, noten, kurkuma en koriander aan toe.
Roer alles goed door elkaar en doe er de bouillon, kokosmelk, suiker en zout naar smaak bij.
Temper de hittebron en laat alles gedurende 10 à 12 minuten heel zachtjes trekken.
Blijf echter wel roeren om te voorkomen dat de kokosmelk gaat schiften.
Verdeel de mihoen over de borden of koppen.
Schep er taugé, komkommer en voorjaarsuitjes bij.
Schenk de hete soep erover en strooi er muntblaadjes over.
Dien het gerecht op.