voor 6 porties
|
|
Doe de kip, bleekselderij, ui, prei, tijm, peterseliestengels, laurier, ontbijtspek, een snuf zout en 4 liter water in een grote pan.
Zet zonder deksel op hoog vuur.
Wanneer het water kookt, zet je het vuur laag en laat je het 2 à 3 uur rustig pruttelen.
Voeg tijdens de laatste 30 minuten de boerenkoolbladeren toe.
Maak intussen het wontondeeg: zeef de bloem boven het kokendhete water en meng dit met een vork tot een soepel deeg.
Maak een rolletje van het deeg en snij in 18 rondjes.
Bestuif elk stukje deeg met maizena en rol er velletjes van ca. 10 cm van.
Bewaar ze tot gebruik met een velletje bak- of keukenpapier ertussen.
Giet de bouillon door een zeef en druk met een spatel al het vocht uit de groenten.
Leg de groenten aan de kant en pluis de kip voor de dumplingvulling.
Meng 200 g kip met het spek, boerenkool, 1 eiwit, nootmuskaat en cayennepeper in een keukenmachine door elkaar.
Vul een wontonvel met ca. een theelepel vulling.
Maak de randen van het vel nat met je vinger en knijp de randen naar elkaar om een soort zakje te vormen.
Kook de dumplings tot ze boven komen drijven (3 à 5 minuten).
Serveer de hete bouillon met dumplings en gehakte peterselie.
