|
|
Zet een pan op het vuur met de boter en olijfolie.
Eenmaal heet de uien gesnipperd in de pan gooien en het vuur iets lager zetten.
Als de uien iets doorzichtig worden de selderij en knoflook toevoegen.
Op zacht vuur alles zacht laten worden.
Zeker niet bruin, dan wordt het bitter.
Ondertussen kun je de brandnetels wassen en alle taaie stukje weggooien.
Vooral de stengel is taai.
Beter voor touw dan voor soep.
Gooi de brandnetel in de pan en roer nog een beetje door met een spatel.
Na een minuutje kan de bouillon erbij.
Gooi de rijst er direct bij en breng het aan de kook.
Eenmaal aan de kook nog een minuut of 8 zachtjes laten doorkoken.
Dan is de rijst en brandnetel zacht genoeg om alles te pureren met een staafmixer of keukenmachine.
Even proeven en zout, peper en de nootmuskaat toevoegen.
Breng nu 2 eetlepels crème fraîche met een spatel bij de soep.
We zijn er bijna.
Bij het serveren, de soep is goed voor 4 flinke koppen, de overige crème fraîche verdelen over de
kommen.
De garnering bestaat uit een een handje lente-ui en peterselie.
Beide goed fijn gehakt met een mes.
In de lente komt het onkruid weer omhoog en gerechten worden weer wat luchtiger. Dit gerecht heeft met beide te maken. Een heerlijke soep waarvan je het hoofdingrediënt niet eens in de supermarkt kan krijgen. Het stuurt je naar buiten. Daar waar de zon schijnt, waar de plantjes groeien.