|
|
Snijd de koppen van de vis en zet die op met 1¼ liter water, de peterseliewortel, de takjes peterselie, de wortel, de prei, de peperkorrels, zout, de laurierbladen, de helft van de uitgeperste knoflook en de sinaasappelschil.
Breng het water aan de kook, zet het vuur laag en schuim af.
Week de saffraandraadjes 5 minuten in 1 eetlepel koud water en voeg ze met het felgekleurde water aan de bouillon toe.
Laat de bouillon een halve uur trekken en zeef hem vervolgens.
Snijd de vis in stukken.
Verhit 5 eetlepels olijfolie in een pan, voeg de stukken vis, de in dunne plakken gesneden venkelknol, de kleingesneden tomaten en ui aan de hete olie toe, laat dit alles op hoog vuur 4 minuten bakken en voeg dan de basilicum en de kokende bouillon toe.
Laat de soep 5 minuten borrelend koken (door dit harde koken gaan de olijfolie en bouillon een eenheid vormen).
Bak de sneetjes stokbrood in de rest van de olijfolie aan beide kanten goudbruin en knapperig en wrijf ze dan met de andere helft van de uitgeperste knoflook in.
Leg de sneetjes brood in de borden en giet de hete soep erop.
Tip
Als variatie kunt u naast de vis ook wat mosselen en grote garnalen toevoegen.
Bron: Astrid Veltman
|
|
Voor de bouillabaise
Maak de vis schoon, verwijder koppen en graten.
Laat een geurige bouillon trekken van graten, koppen en een groentetuiltje (wortel,ui en selder).
Zeef de bouillon.
Snijd de visfilets in stukken.
Doe olie in een grote soeppan.
Leg hierin de ui, gepelde en gesneden tomaten en de prei, venkel, saffraan, sinaasappelschil, knoflook, tijm, foelie en laurierblad en laat een paar minuten zachtjes stoven.
Voeg de vis en de bouillon toe.
Laat koken tot de vis juist gaar is en niet te zeer uit elkaar valt.
Breng van het vuur op tafel.
Deze soep wordt opgediend met geroosterd stokbrood ingesmeerd met rouille.
Voor de rouille
Maak knoflook en pimentjes zeer fijn, voeg er de eierdooier aan toe en dan druppelsgewijs de olijfolie, zoals voor mayonaise, en daarna de visbouillon.