|
|
Voor de sinaasappeltijmolie van 4 stengels citroentijm de bladeren fijn raspen.
De tijm met de fleur de sel, chilivlokken en sinaasappelschil in een vijzel fijn malen.
Roer de olijfolie erdoor en leg dit afgedekt opzij.
Rooster voor de soep de amandelen in een pan zonder vet tot ze lichtbruin zijn en leg ze opzij.
Snijd van de schoongemaakte bloemkool 60 à 70 g roosjes in fijne plakjes van 1 à 2 mm en leg ze opzij.
Snijd de rest van de bloemkool in fijne stukjes.
Snijd de sjalotten in fijne ringen.
Verhit 15 g boter in een grote pan en bak de sjalotten erin tot ze doorschijnend zijn.
Blus met de port en kook bijna volledig in.
Voeg de fijngesneden bloemkool, 90 g amandelen, 20 cl water en melk toe.
Breng op smaak met zout & peper, dek af en kook gedurende 15 à 20 minuten op laag tot middelmatig vuur tot het lichtbruin is.
Verhit ondertussen de resterende boter in een kleine pan.
Laat de resterende bloemkool licht bruin worden over een gemiddelde temperatuur van 4 à 5 minuten.
Hak de resterende amandelen grof en voeg na 3 minuten toe.
Breng op smaak met zout en zet opzij.
Giet de soep met de room in een keukenblender en meng het zeer fijn.
Kruid de soep met zout, peper, foelie en citroensap.
Vul de soep in voorverwarmde diepe borden en besprenkel met een eetlepel sinaasappeltijmolie.
De gebakken bloemkool met amandelen en de geplukte citroentijmbladeren op de soep verdelen en serveer onmiddellijk.