|
|
Snij de uien fijn.
Laat het vet smelten in een pan en bak daarin de uien zachtjes tot ze glazig zijn en beginnen te kleuren.
Giet er de hete runderbouillon bij.
Snij het brood in stukjes en doe het in de soep.
Hoe meer brood je gebruikt, hoe dikker de soep zal worden.
Laat het zachtjes koken tot het in een brij is veranderd.
Schep de soep in borden, bestrooi het met gehakte peterselie en dien het op.
Een bord met daarop de eieren zet je er naast.
Die mogen de eters, geheel volgens Beethoviaanse mores, na gedegen onderzoek zelf boven hun soep breken.
Opmerking
Neem je voor deze broodsoep in plaats van het volkse donkere brood het destijds veel sjiekere wittebrood, dan noemen de Weners deze soep “panadelsuppe”, van het woord “panadel”, wat in het Weense patois een sneetje van een “semmel”, een hard wit broodje, betekent.
Bron: Apropos