|
|
Schil de aardappelen, snij ze in brunoise en kook ze ongeveer 8 minuten in gezouten water.
Laat de kalfsbouillon met de kummel op een zacht vuurtje inkoken tot de helft en laat afkoelen.
Vermeng de bouillon met 6 eetlepels mayonaise en kruid met peper en zout.
Meng alles samen tot een aardappelsalade.
Mix de gemberstukjes en de siroop, 3 eetlepels mayonaise, een scheutje room en crème fraîche met een blender.
Blancheer de koriander en spoel en spoel meteen af onder ijskoud water.
Mix de koriander met de olijfolie en kruid met peper en zout.
Bak de Sint-Jacobsvruchten aan beide zijde kort aan in een hete pan en gaar ze ongeveer 3 minuten in een warme oven op 145 °C.
Kruid met peper en zout en snij ze in drieën.
Lepel de aardappelsalade in een rondje en schik er een Sint-Jacobsvrucht, een plakje pata negra en wat pluksel sla op.
Druppel er korianderolie en de gembercrème rond.
