Pruimenbollen

Pruimenbollen

  • 125 g kwark
  • 125 g zure room
  • 250 g bloem
  • 40 g boter
  • 2 eidooiers
  • 1 snuifje zout
    • voor het vullen
  • 500 g pruimen
  • paneermeel
  • boter

Klop de boter luchtig, roer er dan de eierdooiers, kwark, zure room en bloem door en kneed tot een soepel deeg.
Laat het knoedeldeeg 30 minuten rusten in de koelkast.
Was de pruimen en snijd ze doormidden.
Haal de pit uit de vrucht en sluit de pruim weer.
Vorm het deeg op een met bloem bestoven plank tot een rol van ongeveer 8 cm dik (afhankelijk van de grootte van het fruit) en snijd er plakken van 1 cm af.
Leg een vrucht op elk plakje deeg, vouw de deegrand om, druk de naad goed dicht en vorm er een ronde bol van.
De deeglaag mag niet te dik zijn!
Breng gezouten water aan de kook, leg de bollen er voorzichtig in met een schuimspaan en laat het water kort koken.
Laat de bollen 7 tot 10 minuten trekken met het deksel iets open.
Zodra de bollen naar de oppervlakte drijven, zijn ze gaar.
Smelt ruim boter in een grote koekenpan.
Bak de broodkruimels goudbruin.
Rol de afgewerkte pruimenbollen in het paneermeel.
Bestrooi met kaneelsuiker of poedersuiker.
Pruimenbollen smaken goed, warm of lauw geserveerd.

Of het nu pruimen, pruimen, abrikozen of grote hartkersen zijn, pruimenbollen gaan goed samen met veel fruit uit de tuin. Geserveerd met vanillesaus, wordt het gebak tot een hoofdgerecht.

Bron: kraut &rĂ¼ben

Terug