Ouderwetse chipolatapudding

  • 1 l melk
  • 10 g vanillesuiker
  • 90 g maïszetmeel
  • 100 g suiker
  • 2 eidooiers
  • 50 g gekonfijte kersen
  • 50 g bitterkoekjes
  • 50 g lange vingers
  • een scheutje marasquin
  • 2 eiwitten

Meng de maizena met de helft van de suiker en maak dit mengsel met een beetje van de (koude) melk aan.
Breng de melk met de vanillesuiker aan de kook, giet het maizenapapje erin en laat de zaak aan de kook komen en binden, terwijl u voortdurend roert.
Roer de dooiers los met de rest van de suiker, roer er wat van de hete maizenavla door en giet het dooiermengsel in de pan met de maizenavla.
Roer goed en zet de pan weer op het vuur tot de vla nog iets dikker wordt, maar laat de massa niet meer aan de kook komen.
Breek de bitterkoekjes en de lange vingers in stukjes en besprenkel die met wat marasquin.
Snijd de gekonfijte kersen in stukjes (houd er een paar achter om de pudding mee te garneren) en roer de kersen, de bitterkoekjes en de lange vingers door de nog hete puddingmassa.
Klop de eiwitten stijf en spatel ze luchtig door de pudding.
Giet de pudding in een met een klein beetje boter ingevette puddingvorm en laat de pudding afkoelen.
Zet hem in de koelkast en haal hem daar 1 uur voor u hem wilt serveren uit.
Stort de pudding op een schaal en garneer hem met een paar gehalveerde gekonfijte kersen in diverse kleuren.

Serveer er een abrikozensaus (of noem het abrikozencoulis) bij.

Bron: Henja Schneider

Terug