|
|
Verwarm de oven voor op 160 °C.
Doe de bloem, het bakpoeder en het amandelpoeder in de mengkom van de keukenmachine.
Maak in het midden een kuiltje en vul dat met de eidooiers, de suiker, de boter, de citroenrasp, het
vanillemerg en het zout.
Laat de machine draaien tot een samenhangend deeg ontstaat dat van de kom loslaat.
Beboter (pancoating) een ronde vorm van ± 25 cm doorsnee en ± 2 cm hoog.
Verdeel iets meer dan de helft van het deeg gelijkmatig over de bodem en de zijkanten van de vorm, schep de
bramenjam hierop, strijk die uit tot een gelijkmatige laag en bedek de confiture met een dikke laag
bramen.
Sprenkel de eau de vie over de vruchten en strooi er nog enkele eetlepels suiker over.
Laat de taart 1 uur staan.
Rol van de rest van het deeg een ronde lap met de middellijn van de vorm en leg die op de
bramen-confituurlaag.
Druk de randen een beetje aan en laat het geheel 20 minuten rusten.
Bestrijk de taart met losgeklopt ei en bak hem in ± 40 minuten in de voorverwarmde oven lichtbruin en
gaar.
Laat afkoelen en strooi er een laagje poedersuiker over.
De oventemperaturen en baktijden kunnen verschillen, dit recept is gebaseerd op het gebruik van een
heteluchtoven.
Van oorsprong wordt deze taart met kersen bereid.
Receptuur: Tonny Leeflang - Wondergem ©