voor 2 personen
|
|
Maak eerst de abrikozencompote.
Verhit 70 gram suiker met 2 eetlepels water.
Laat smelten en roer daarna niet meer.
Wacht tot de suiker heel licht begint te verkleuren tot een blonde karamel.
Draai het vuur laag.
Meng de drank met 2 eetlepels water en voeg toe.
Pas op, het kan spatten.
Roer de karamel los.
Doe de abrikozen erbij, sluit de pan en laat enkele minuten sudderen.
Daarna, zo blijkt, moet je opnieuw de suikermassa losroeren.
Houd vol.
Laat net garen tot de abrikozen zacht maar nog goeddeels heel zijn en laat afkoelen.
Proef of er citroensap of water bij moet.
Palatschinken zijn dun het lekkerst.
Daartoe maak ik het beslag dunner dan Laura vraagt.
Dat maakt het keren ervan bij het bakken moeilijk, zeker in een gewone koekenpan.
Een crêpepan helpt enorm.
Klop met de mixer de eieren, bloem, theelepels suiker en het zout glad en mix er dan de melk door.
Heb je geen crêpepan, neem dan slechts 15 cl melk.
Verhit telkens een klontje boter en bak één voor één dunne pannekoekjes.
Eet warm of koud.