|
|
Verwarm de oven voor op 200 °C hete lucht.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Breng in een grote, hoge pan het water met het zout en de boter aan de kook tot de boter volledig gesmolten is.
Haal de pan van het vuur, roer snel de bloem erdoor en roer snel tot alle klontjes zijn opgelost.
Zet dan de pan terug op het fornuis en "rooster" het deeg, onder voortdurend roeren.
Zodra een mooi, homogeen deeg is ontstaan, uit de pan nemen en ongeveer 5 minuten laten afkoelen.
Doe het deegmengsel nu in een keukenmachine en mix krachtig, terwijl u geleidelijk de eieren toevoegt.
Doe het soezendeegmengsel in een spuitzak met een spuitmondje en spuit kleine ronde donuts.
Bak ze in ca. 20 à 25 minuten goudbruin.
Open de ovendeur niet, anders zakt het soezendeeg in!
De donuts zijn klaar als ze hard zijn aan de buitenkant.
Laat goed afkoelen.
Bereid intussen de vanilleroom en de suikerdraadjes:
Meng voor de room het vanille puddingpoeder met 2 à 3 eetlepels melk.
Los de suiker op in de resterende melk en breng het langzaam aan de kook.
Roer het custardpoeder erdoor, breng eenmaal aan de kook en neem weer van het vuur.
Giet in een andere kom en roer tot het mengsel is afgekoeld.
Klop de room op en roer die door de bijna koude maar romige vla.
Maak met de steel van een houten lepel kleine gaatjes in de bodem van de goed afgekoelde en nu zachte soezendeeg donuts.
Giet het custardmengsel in een spuitzak met spuitmondje en vul er de roomsoesjes mee.
Breng voor de suiker de kristalsuiker en de honing aan de kook in het water op de hoogste stand.
Wanneer het mengsel kookt en schuimt, stop dan met roeren en zet het vuur iets lager.
Blijf koken tot de suiker een mooie goudbruine kleur krijgt (suikerthermometer 145 à 148 °C).
Zet de pot dan in koud water.
Dit voorkomt dat de suiker karamelliseert of bruin wordt.
Deze suiker wordt zowel gebruikt als lijm tussen de soezendeeg donuts als voor de suikerdraden.
Vorm een cirkel met de donuts op een groot bord.
Plak de individuele donuts aan elkaar met de vloeibare suiker.
Bouw nu geleidelijk meer lagen op en maak ze naar boven toe steeds smaller, zodat er een piramide ontstaat.
De suiker is de "mortel" die de donuts samenhoudt.
Let op: de suiker is heet!
Wees voorzichtig bij het dompelen van de individuele soezendeeg donuts - gevaar voor verbranding!
Versier nu de afgewerkte soezendeegtoren met de suikerdraadjes.
Doop een vork in het suikermengsel en trek de suikerdraadjes rond de toren.
Zodra de suiker is uitgehard, ziet de croque-en-bouche er fantastisch uit!