Dit deeg heet zo door de oude uitdrukking; 'snijd de boter tot linzengrootte'.
(vegetarisch)
|
|
Was de abrikozen en week ze een nacht in het sap; ze moeten net onder staan.
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Zeef de bloem met het bakpoeder, het zout en de basterdsuiker boven de kom van de keukenmachine.
Doe de in kleine stukjes gesneden boter (rasp de koude boter op de grove
raspplaat van de keukenmachine), de melk en het ei erbij en laat de machine draaien tot een soepel deeg is
ontstaan.
Beboter een vlaaivorm (pancoating).
Rol de helft van het deeg uit tot een ronde lap, groter dan de vlaaivorm en bekleed de bodem en de wanden van
de vorm hiermee.
Zet de vorm 1 uur in de koelkast.
Rol de rest van het deeg uit, snijd er 1½ cm brede repen van en leg die, tussen 2 lagen plasticfolie,
ook 1 uur in de koelkast.
Laat de abrikozen met het vanillemerg en het citroensap 10 minuten koken tot bijna alle vocht is
verdampt.
Voeg de likeur toe en maak er met behulp van de staafmixer puree van.
Proef even of er suiker bij moet.
Schep de puree in de vlaaivorm, leg de repen deeg er kruiselings op en druk ze aan de randen vast.
Bak de vlaai in 25 minuten goudbruin en gaar.
Linzendeeg wordt o.a. ook gebruikt voor de croute rondom paté en in Limburg soms voor
worstenbroodjes.
Receptuur: bakker Willem Wullems, Weert.
Uitgewerkt door: Tonny Leeflang - Wondergem