Mosselkroketjes - I

  • 30 g boter
  • 30 g bloem
  • 200 g gekookt mosselvlees,
    in de koelkast bewaard onder een laagje gezeefd kookvocht
  • 10 cl volle melk
  • 5 cl room
  • 30 cl gezeefd mosselkookvocht
  • 2 eetl. fijngehakte peterselie
  • 1 eetl. ragfijn gesneden lavas
  • 2 eiwitten
  • 2 eidooiers
  • zout & peper
  • 1 eetl. olie
  • bloem
  • paneermeel
  • arachideolie
  • ½ bosje peterselie,
    gewassen en gedroogd

Eén dag van tevoren:
Kook het mosselkookvocht tot 10 cl in.
Smelt de boter en roer de bloem erdoor tot een glad beslag.
Voeg bij kleine beetjes tegelijk de melk, de room en de mosselbouillon toe en laat al roeren tot een dikke (bechamel)saus binden.
Klop de eidooiers los en roer ze door de saus.
Roer de saus goed glad en laat haar binden.
Voeg de peterselie toe en breng op smaak met zout & peper.
Stort de massa in een diep bord of ondiepe schaal, laat afkoelen en vervolgens in de koelkast door en door koud worden.

De volgende dag:
Verhit de arachideolie tot 180 °C.
Roer de eiwitten los met een scheutje olie.
Laat de mosselen uitlekken en meng ze door de koude bechamel.
Vorm er kleine kroketjes van, rol die door de bloem en daarna door het eiwit, herhaal dit één keer en rol ze tenslotte door het paneermeel.
Zorg dat er geen barstjes in zitten.
Frituur de kroketjes lichtbruin en laat ze op keukenpapier even uitlekken.
Frituur de takjes peterselie 2 seconden, niet langer.
Op dezelfde manier kunt u garnalen-, krab-, kreeft- of viskroketjes maken.
Neem dan visbouillon in plaats van mosselbouillon of half om half mossel-en visbouillon.

Receptuur: Tonny Leeflang - Wondergem ©


Mosselkroketjes - II

voor ± 20 stuks

  • 150 g gekookte mosselen
  • ¼ l gezeefd mosselkookvocht of een tablet visbouillon
  • 25 g boter
  • 50 g bloem
  • ⅛ l slagroom
 
  • 2 eieren
  • 2 eetl. fijngehakte peterselie
  • 2 eetl. fijngehakte bieslook
  • 75 g paneermeel
  • olie om te frituren

Kook het mosselkookvocht of de visbouillon in een pan tot de helft in.
Smelt de boter in een sauspan, roer er 30 gram bloem door en bak zachtjes 2 minuten.
Voeg scheutje voor scheutje de bouillon en de slagroom toe, blijf roeren tot een dikke saus ontstaat en neem de pan van het vuur.
Splits de eieren, roer de dooiers met de peterselie en de bieslook door de saus en breng op smaak met zout & peper.
Laat het mengsel afkoelen en laat het in de koelkast door en door koud worden.
Klop de eiwitten in een diep bord los.
Schep steeds 1 eetlepel van de saus, druk er een mossel in en vorm de saus rond de mossel tot een kroket of balletje.
Wentel de kroketjes eerst door de bloem, dan door het eiwit en tenslotte door het paneermeel.
Verhit de frituurolie tot 180 °C en frituur de mosselkroketjes met 8 tegelijk in 3 - 4 minuten goudbruin.
Laat de mosselkroketjes in een vergiet, bekleed met keukenpapier, uitlekken en serveer ze met groffe mosterd.

Bron: Astrid Veltman

Terug