|
|
Was de mosselen grondig en controleer ze.
Gooi kapotte schelpen en open exemplaren die na een tik niet sluiten weg.
Verdeel de prei, het bier en de helft van peterselie over 2 grote mosselpannen en kook de mosselen (2 kg per pan) afgedekt 6 - 8 minuten tot alle schelpen openstaan.
Schud de pannen regelmatig.
Schep de mosselen en de prei met een schuimspaan in 4 grote kommen; verwijder dicht gebleven schelpen.
Houd de mosselen in de oven warm.
Schenk boven een maatbeker 40 cl van het kookvocht door een zeef; gooi de rest weg.
Smelt de boter in een pan met dikke bodem, roer de bloem erdoor en bak zachtjes 2 minuten.
Voeg het afgemeten mosselvocht scheut voor scheut toe en blijf roeren tot een mooie gladde saus is ontstaan.
Roer de dooier in een kom los met de slagroom, de mosterd en 2 - 3 eetlepels van de warme saus.
Roer het dooiermengsel door de saus en warm de saus nog even door, maar laat niet meer koken.
Breng op smaak met zout & peper en eventueel extra mosterd.
Schep de saus over de mosselen en strooi de rest van de peterselie erover.
Serveer met Vlaamse friet of stokbrood en een groene salade.
Bron: Astrid Veltman