Savooienkool (Brassica oleracea var. sabauda) is bestand tegen lage temperaturen en daarom
een wintergroente bij uitstek. Het is een losbladige kool. De bladeren zijn veel losser rond elkaar gekruld
dan bijvoorbeeld bij de vastbladige rode kool. De Romeinen gebruikten savooienkool bij verwondingen en om
verzweringen op de huid mee te genezen. Het werkt uitwendig ook tegen acné, eczema, mazelen, migraine. In de
Middeleeuwen werd ze vooral gebruikt bij darmaandoeningen. In de natuurgeneeskunde wordt ze aangeraden bij
bloedarmoede, tegen diarree, om het bloedsuikergehalte te verlagen, om het bloed te zuiveren. Savooien zijn hoeststillend, vochtafdrijvend en algemeen verzachtend. Ook bij bronchitis, nieraandoeningen en zelfs bij reumatoïde klachten is savooienkool welkom vanwege haar helend en genezend effect. Volgens diverse websites is het dus een echte gezondheidsbom. Kolen zijn eigenlijk ook wel mooi om te zien. Zo duiken koolkroppen steeds vaker op in de meest verfijnde bloemboeketten. |
Culinair vallen kolen zeker niet te versmaden. Kool wordt vaak fijngesneden voor
bereidingen, maar kan ook in grove stukken toegevoegd worden aan soepen of stoofschotels. Door hun
natuurlijke kelkvorm zijn koolbladeren erg geschikt om te vullen met gehakt, rijst, paddestoelen en/of kaas. Vette vleessoorten zijn ideale partners voor kool, net als noten, uien, anijsachtige kruiden (dille en karwij) en scherpe smaken als ansjovis, sojasaus en balsamicoazijn. Uiteraard passen sommige ingrediënten beter bij de ene koolsoort dan bij de andere: fruit doet het goed bij rode kool, terwijl kaas uitstekend samengaat met savooienkool. In de koelkast bewaart de kool tot twee weken. Eenmaal versneden wordt de bewaartijd aanzienlijk verkort tot slechts enkele dagen. Bovendien gaan een heleboel voedingsstoffen dan verloren. Het goede nieuws is dat de meeste voedingsstoffen bewaard blijven tijdens de bereiding, op voorwaarde dat de kool kort en snel gegaard wordt. |