Rode kool

rode kool (2K)

Rode kool (Brassica Oleracea convar. capitata var. rubra) werd reeds door de Romeinen terecht geprezen voor de fijne smaak. Met kruidnagel, laurierblad of kaneel trachtten ze de smaak nog te verrijken. Laat de kool zeker geen half uur of langer op het vuur staan want dan gaat de mosterdolie helemaal verloren. Die olie is precies verantwoordelijk voor dat aparte koolaroma, en bovendien helpt het achteraf bij de vertering. Net als alle kolen zijn ook de rode bestand tegen lage temperaturen en dus een wintergroente bij uitstek. In zijn geheel bewaart de kool langer (in de koelkast tot twee weken). De helft of de kwarten die u niet meteen gebruikt, verpakt u best in plastic folie in de koelkast. Eenmaal versneden wordt de bewaartijd aanzienlijk verkort tot slechts enkele dagen. Bovendien gaan een heleboel voedingsstoffen dan verloren. Dat is jammer, want kool is een zeer voedzame groente. Hij zit boordevol vitamine C, kalium, foliumzuur en calcium. De meeste voedingsstoffen blijven bewaard tijdens de bereiding, op voorwaarde dat de kool kort en snel gegaard wordt. Kool wordt vaak fijngesneden voor bereidingen, maar kan ook in grove stukken toegevoegd worden aan b.v. soep. Zowel witte, groene als rode kool kunt u, +/- 20 minuten vóór het einde van de bereidingstijd, toevoegen aan stevige stoofpotjes van vlees, wild, gevogelte of vis. Dit is trouwens een uitstekende methode om een resterend stuk kool te verwerken. Indien het hoofdingrediënt minder dan 30 minuten moet garen, kunt u de gesnipperde kool van bij het begin mee laten stoven. Rode kool heeft een zoete smaakcomponent. Gesnipperde rode kool leent zich daarom uitstekend voor zoetzure en exotische stoofsels, bij voorbeeld met stukjes kip of eend, ananas en sojasaus.

Bron: De Wassende Maan

Terug