Postelein

postelein (3K)

Postelein (Portulaca oleracea syn. Portulaca sativa) is een éénjarig Indonesisch plantje dat hier in Astene op onze zanderige grond bijzonder goed groeit. Postelein heeft immers een duidelijke voorkeur voor lichtere bodemtypes. Het is echter ook een warmteminnend gewas, dat betekent hier in Noord - Europa: kweken in de kas of onder de koepel. Postelein is, ondanks het schriel voorkomen, erg vitamine- en energierijk. Er zijn twee zeer verschillende soorten postelein. Winterpostelein is een teer plantje met een dun steeltje waaraan een ruitvormig blaadje zit. Winterpostelein is tegen vorst bestand en daardoor in het vroege voorjaar een belangrijke bron van vitamine C en mineralen als Calcium, Magnesium, en IJzer. In Amerika werd de plant door zowel Indianen als de goudzoekers in Californië gewaardeerd. Voor deze laatsten was het een belangrijk bestrijdingsmiddel van scheurbuik in het vroege voorjaar, wanneer zij gebrek aan vitamine C hadden. De Indianen waardeerden overigens niet alleen de zachte blaadjes, maar ook de knollen. De winterpostelein is vooral geschikt voor gebruik in salades en in stamppot. Zomerpostelein is wat forser van structuur, de blaadjes en stengels zijn vleziger en is daarom meer geschikt om te koken. Postelein smaakt door zijn friszure toets heerlijk rauw in een slaatje, maar is eigenlijk ook wel lekker in soep. Postelein is knapperig vers het lekkerst. Bewaar kort, hooguit 1 - 2 dagen, beslist niet in een gesloten plastic zak, zorg voor een 'luchtige' plek in de groentelade van de koelkast. Zorgvuldig wassen, goed uit laten lekken en voor het koken (grof) snijden.

Gepubliceerd door: De Wassende Maan

Postelein is een groente die in Nederland niet bijzonder veel wordt gegeten, hoewel zij wel uit de Nederlandse grond wordt gehaald. Je kunt verse postelein kopen in de maanden mei tot en met september. De groene bladgroente heeft heldergroene, kleine ruitvormige blaadjes aan dikke vlezige steeltjes. Er zijn twee soorten verkrijgbaar: zomerpostelein en winterpostelein. Het is de winterpostelein die het meeste wordt gegeten. De smaak is enigszins neutraal: fris met een zurig accent. Je kunt hem rauw en gekookt eten. De groente moet het dan ook niet zozeer van de smaak hebben, maar meer van de leuke blaadjes en de hoeveelheid mineralen en vitamines. Daarnaast is postelein erg rijk aan ijzer. Ze overtroeft daarbij de spinazie. Vroeger was postelein een crisisgroente en vandaag wordt het nog steeds tot de zogenaamde vergeten groente gerekend. Veel mensen weten niet wat ze ermee kunnen maken. Je kunt postelein rauw verwerken in een salade of in een stamppot. Verder kun je postelein koken, stoven en roerbakken. Je moet er wel rekening mee houden dat postelein enorm slinkt als je het verwarmt. Je mag het ook maar één keer opwarmen omdat het een nitraatrijke groente is. De leuke blaadjes staan ook goed als versiering op een sandwich. Je koopt postelein bij de beter gesorteerde supermarkt of in de groentezaak. Ze worden meestal per bosjes verkocht. Kies in ieder geval voor frisse exemplaren. De steeltjes moeten knapperig zijn. Je kunt postelein niet lang bewaren. Ze smaken het lekkerst op de dag van aankoop, maar je kunt ze nog wel tot drie dagen los in de groentelade van de koelkast bewaren.

Bron: N.N.

Terug