Pijpajuin (Allium fistulosum) wordt volgens het Vlaams woordenboek ook nog
bosuitje, lente-uitje of schanulleke genoemd. Qua uiterlijk doet het denken
aan een preistengel. Als herkomst van deze Alliumsoort wordt zowat overal het Verre Oosten genoemd. Soms ook
Siberië. Al meer dan 2000 jaar geteeld in China, en nu nog steeds een zeer populaire groente in de Aziatische
landen. Naast sjalot, look en gember, is de bosui een van de vier belangrijkste wok ingrediënten. Snij voor
de bereiding zo weinig mogelijk weg: het hardste groen helemaal bovenaan en de wortelaanzet onderaan. |
Het buitenste omhullende blad is dan makkelijk weg te pellen, waarna de bosui in slierten,
rechte of schuine ringetjes kan gesneden worden. Pijpajuin is geschikt om (kort) te roerbakken of rauw als
versiering van het gerecht. Lekker is een boterham met platte kaas, daarop in ringetjes gesneden pijpajuin en
radijsjes in schijfjes en kruiden met peper en zout. Pijpajuin smaakt ook voortreffelijk onder aardappelen:
aardappelen koken, één of twee lepels olijfolie eronder roeren, samen met de gesneden pijpajuin. In de
koelkast of op een koele plaats bewaren. |