Ajuin (Allium cepa) is een bolgewas en wordt ook ui of juin genoemd. Samen met
sjalot, knoflook en prei behoort ajuin tot de lookfamilie. Ajuinen worden gekenmerkt door hun bol boven de
wortels. Die bol bestaat uit gezwollen bladvoeten, die nauw rond de jonge scheut aansluiten en beschermen
tegen de vraatzucht van dieren, microben of schimmels. Uit geschriften van rond 3000 v. Chr. blijkt dat de ui
voor het eerst in delen van Azië (Iran - Afghanistan) werd verbouwd. Op hetzelfde moment kwam ze ook voor in
China en later ook in het oude India. Vanuit India werd ze naar Griekenland en Egypte gebracht. In decoraties
en hiërogliefen van piramides komt de ui veelvuldig voor. Ze werden ook in graftombes gelegd voor in het
volgende leven. Tegelijkertijd waren ze voedsel en medicijn tijdens de reis naar het hiernamaals. |
De schil werd door de structuur gezien als een symbool van eeuwigheid. Uien hebben een
scherpe smaak en geur die onze ogen bij het snijden ervan tot tranenvorming aanzet. Bij het snijden van uien
worden ook cellen stuk gesneden. Bij het stukgaan van de cellen worden er zwavelzuurverbindingen gevormd wat
de zenuweinden in het oog irriteert. Hierdoor gaan de ogen tranen. Het tranen is te voorkomen door uien in de
koelkast te bewaren of door ze onder water te schillen. Uien bevatten veel vezels, koolhydraten en vitamine
C. Uien zijn niet alleen een groente, maar ook een smaakmaker, net als prei, wortel en selderieknol. Een
keuken zonder uien is gewoon ondenkbaar. Zorg dus dat u ze altijd in huis hebt, behalve als u een boeddhist
bent. Dan mag u geen ui eten vanwege de geur en de vermeende lustopwekkende werking. |
|