|
|
Kneed de margarine door de bloem met de snuf zout.
Voeg het water en het zout toe en kneed het geheel tot een soepel deeg.
Leg dit tot gebruik in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Maak ondertussen de vulling.
Was de snijbiet en laat even uitlekken.
Verwijder de stelen en snijd de bladeren in stukken.
Zet de snijbiet met het aanhangende water even op totdat de groente geslonken is.
Druk in een zeef het laatste vocht er voorzichtig uit.
Meng de gemalen komijn en een beetje peper erdoor.
Bestuif het aanrecht met bloem.
Rol het deeg uit tot een flinke lap en bestuif ook deze met een beetje bloem.
Steek hieruit 10 cirkels met een doorsnede van 12 cm.
Leg op elke cirkel een eetlepel vulling en een paar rozijnen.
Klap de pasteitjes dicht tot halve maantjes en knijp een golfmotiefje in de rand.
Snijd in de bovenkant van elk pasteitje een kleine gleuf zodat eventueel overtollig vocht kan
verdampen.
Bestrijk de bovenkant daarna met olijfolie en bestrooi royaal met komijn.
Bak de pasteitjes ongeveer 20 minuten op een met bakpapier beklede plaat tot de bovenkant goed droog en de
onderkant lichtbruin is.
Deze pasteitjes zijn zowel warm als koud te eten.
Koud zijn ze misschien wel het lekkerst.
In een luchtdichte doos zijn ze prima te bewaren.