Kardoenen

Kardoenen

  • 2 struiken kardoen
  • ½ l geurige bouillon
    (van 200 g schenkelvlees of ½ l water met 2 bouillonblokjes)
  • 35 g bloem
  • 40 g boter
  • een stukje ui

Snijd de struiken los, doe hiervan weg alles wat groen is en de witte gedeelten, die voos en hol zijn.
Snijd de rest in vingerlange stukken, schil ze en breng ze zo snel mogelijk over in een kom met water, waarin een flinke scheut azijn, om het zwart worden van de groente te voorkomen.
Gebeurt dit toch, wrijf dan de stukken af met een doorgesneden citroen.
Breng ze vlug aan de kook met kokend water en 10 gram zout per liter water.
Laat ze dan op een hoekje van 't fornuis, waar het water nauwelijks kookt, gaar worden gedurende ± 3 kwartier.
Laat ze dichtgedekt in een vergiet uitlekken.
Maak ondertusschen de saus. Snijd hiervoor het uitje in grove stukken, fruit ze in de boter, neem ze dan met een schuimspaan er uit en voeg de bloem toe. Roer dit samen zolang, tot de kleur lichtbruin is.
Maak ze af met wat bruin van de jus.
Stoof hierin de stukken kardoen nog ± 20 minuten.
Dien ze op in een verwarmde schotel.

Bron: Het Nieuwe Kookboek

Terug