Kardoen à la Moëlle

Kardoen met mergbrood

  • vier mergpiipen
  • 1 struik kardoen
  • citroensap
  • azijn
  • kruiden- of runderbouillon
  • 2 sneetjes brood
  • peper en zout
  • boter
  • peterselie

Laat de mergpijpen enkele uren weken in gezouten water dat af en toe wordt ververst.
Schil de bleke stengels van de kardoen.
Resterende draden er af trekken.
Verwijder de bittere toppen van de stengels.
Snijd de stengels in stukken van ongeveer 5 cm.
Wrijf de stukken kardoen één voor één met citroensap om te voorkomen dat ze zwart worden; dompel ze daarna direct in water.
Kook de kardoen circa 45 minuten in bouillon.
Laat intussen de sneetjes brood in een warme oven uitdrogen.
Rooster ze daarna.
Steek kleine rondjes eruit.
Kook de de geweekte mergpijpjes 10 minuten in runderbouillon of gezouten water.
Laat ze iets afkoelen, schuif het merg eruit, en leg op ieder stukje brood wat merg.
Bestrooi met zwarte peper en wat zout.
Laat de stukjes kardoen uitlekken als ze gaar zijn.
Warm ze even op in een pannetje met gesmolten boter.
Serveer de kardoen met de 'mergbroodjes' er bovenop, bestrooid met fijngehakte peterselie.

Bron: Het Nieuwe Kookboek

Terug