|
|
Verwarm de wijn in een roestvrij stalen of in een emaillen pan.
Breek het kaneelstokje, bind het samen met de kruidnagel en de citroenschil in een stukje kaasdoek bij elkaar en hang dit in de pan.
Snijd de sinaasappel in halve plakken en doe die erbij.
Laat de wijn 1 uurtje zachtjes trekken.
Drenk de suikerklontjes in de rum, zodat ze zich helemaal vol zuigen en leg ze vervolgens op een metalen schuimspaan.
Haal het kaasdoekbuideltje uit de pan, houd de spaan boven de pan en steek de klontjes aan, zodat ze smelten.
De karamel druppelt vanzelf door de gaatjes van de schuimspaan in de wijn.
Roer het goed om.
Serveer de wijn warm en schep in ieder glas een paar mooie schijven sinaasappel.
Opmerking
Een kruidige warme wijn met een bijzondere karamelsmaak.
Lekker met oliebollen en appelflappen!.
Bron: Astrid Veltman