Gegratineerde mosselen

(± 60 stuks)

  • 1 kg panklare mosselen
  • 2 eetl. olijfolie
  • 1 geperst teentje knoflook
  • 125 g zachte roomboter
  • 1 theel. citroensap
  • 2 eetl. fijngehakteselderij
  • 2 eetl. fijngeknipte bieslook
  • 100 g abdijkaas (bijvoorbeeld Père-Joseph)
  • ⅛ liter crème fraîche
  • 1 theel. mosterd
  • 1 theel. gedroogde dragon

Was de mosselen grondig en controleer ze. Gooi kapotte schelpen en open exemplaren die na een tik niet sluiten weg.
Meng de olie, de knoflook en de mosselen in een pan en kook de mosselen afgedekt 6 - 8 minuten tot alle schelpen openstaan.
Schud ze regelmatig om.
Verwijder dicht gebleven mosselen.
Meng de boter, het citroensap, de selderij en de bieslook in een kom tot kruidenboter.
Rasp de abdijkaas boven een andere kom grof en roer de crème fraîche, de mosterd en de dragon erdoor.
Breng beide mengsels op smaak met zout & peper.
Laat de mosselen in een vergiet goed uitlekken, maak elke mossel los en breek één schelphelft af.
Leg de mosselen in de schelp op een bakplaat, verdeel de selderijboter over de helft van de mosselen en verdeel het kaas-roommengsel over de rest van de mosselen.
Verwarm de oven voor op 200 °C en gratineer de mosselen 8 - 10 minuten in het midden van de oven.
Leg de mosselen op een schaal en serveer ze warm.



Terug