Borstel 2 bakjes verse kampernoelies schoon en bak ze op een
hevig vuur in 100 g boter met 4 gehakte sjalotjes en ½ teentje
look.
Kruid met peper en zout.
Giet 10 cl Hasseltse brandewijn bij de paddestoelen en
flambeer.
Blus met 20 cl room en laat de saus 3 minuten inkoken.
Snijd intussen een plak rauwe boerenhesp in kleine teerlingen en
zorg voor een tas gehakte tuinkruiden (kervel, peterselie,
bieslook, dragon, citroenmelisse en marjolein).
Voeg dit op het laatste ogenblik bij de roomsaus en serveer met
warme toost of stokbrood.