voor 2 personen
|
|
Vul een ruime kom met koud water en het sap van een citroen.
Trek keukenhandschoenen aan; het witte vocht in schorseneren maakt hardnekkige bruine vlekken op je huid die je maar moeilijk krijgt weg gewassen.
Schrob onder de kraan het zand van de schorseneren.
Schil ze vervolgens met een dunschiller en dompel ze onmiddellijk onder in het citroenwater om te voorkomen dat de schorseneren bruin kleuren.
Breng in een kookpan water met wat zout aan de kook.
Snijd de schorseneren in stukken van ongeveer 5 cm, kieper ze in het kokende water en kook ze in ca. 10 minuten beetgaar.
Giet de schorseneren af en laat ze goed uitlekken.
Breng water met zout aan de kook voor de tagliatelle.
Verhit de boter in een hapjespan en bak de schorseneren goudbruin.
Je kunt ook olie gebruiken, maar je schorseneren zullen dan wellicht een tikje minder mooi bruin kleuren.
Haal enkele schorseneren uit de pan voor de garnering.
Voeg aan de overige schorseneren de room, de sinaasappelschil, het piment en peper en zout naar smaak toe.
Laat de room op een zacht vuurtje wat indikken.
Kook de tagliatelle beetgaar.
Giet hem af en roer hem door de schorseneren-roomsaus.
Verdeel de pasta over twee borden en garneer met de achtergehouden schorseneren, de hazelnoten en de peterselie.