Zserbó – taart

Zserbó – taart

    • Deeg
  • 250 g bloem
  • 150 g koude roomboter
  • 50 g poedersuiker
  • 1 theel. bakpoeder
  • snuf zout
  • 1 klein ei
  • 1 - 2 eetl. room
    • Vulling
  • 300 g abrikozenjam
  • 150 walnoten, gemalen
  • 8 g poedersuiker
  •  
    • Toplaag
  • 100 gr pure chocolade
  • 1 eetl. roomboter

Het beste is om de ingrediënten voor het deeg in een keukenmachine tot een kruimelig geheel te draaien.
Doe dan het ei erbij en kneed het deeg snel.
Indien nodig een beetje room erbij, zodat je een mooie, soepele bal krijt.
Laat een uur in de koelkast koelen.
Deel het deeg in vier min of meer gelijke ballen en rol ze met een deegroller (evt. wat bloem erover strooien) tot 20 × 20 cm uit.
Plaats de eerste laag deeg, op een vel bakpapier, in een bakblik.
Smeer een derde van de abrikozenjam erover.
Besprenkel gelijkmatig met een derde van de gemalen walnoten.
En wat poedersuiker.
Leg de tweede laag deeg erover en herhaal.
Leg de derde laag deeg erover en herhaal.
Leg de vierde laag deeg erover.
Bak gedurende pakweg een (dik) half uur in een oven die op 180 °C is voorverwarmd.
Het moet lichtbruin zijn.
Laat vervolgens helemaal afkoelen.
Breng de taart over op een rek, en wel zo dat de bodem nu de bovenlaag is.
Dus omkeren.
Dat ziet er ook beter uit, want de bodem is gedurende het bakken echt helemaal plat.
Smelt de chocolade met de boter.
Smeer dit over de taart.
Zet in de koelkast om de chocola echt hard te laten worden.
Wacht minstens één dag voor het te eten.
De smaken moeten lekker in elkaar trekken.
Snijd de rommelige randen van de taart en de rest in mooie (kleine) stukjes.

Bron: Zsuzsanna Ötvös
Gepubliceerd door: MergenMetz

Terug