|
|
Was de groenten goed.
Drie maal wassen is schoon, luidt het credo.
Doe een beetje olie in een stevige pan en smoor de ui op middelhoogvuur.
Als het glazig wordt, het gemengde groen in de pan doen.
(Desnoods in twee of drie stappen.)
Omscheppen en het wordt snel kleiner.
Draai het vuur lager en laat de groenten een tijdje stoven.
Eventueel een scheutje water erbij doen.
Hoe lang dat tijdje duurt: test het bijvoorbeeld aan een steeltje van zevenblad.
Dat is meestal de taaiste van alle groen.
Als die zacht is, is het okay.
Neem de groenten (met daarin dus de uisnips) uit de pan en hak het behoorlijk fijn.
Een keukenbijl is dan leuk, maar met een scherp koks- / keukenmes is het ook makkelijk.
En dan laten afkoelen.
Maak een dik beslag van eieren, melk / water, bloem en kaas.
Een mixer helpt.
Het moet niet brooddroog zijn, maar wel steviger dan pannenkoekbeslag.
Anders druipt het straks de wafel uit.
Als de groenten voldoende zijn afgekoeld, dit door het beslag roeren.
Maak het wafelijzer heet boven een brander van het gasfornuis.
Net als met pannenkoeken, de eerste mislukt waarschijnlijk omdat het wafelijzer niet gelijkmatig heet is.
Smeer beide zijden van de binnenkant van het ijzer in met de olie (of ghee).
En drapeer op een helft wat beslag.
Het is even zoeken, smeer het een beetje naar de zijkanten, maar niet te ver.
Klap het ijzer dicht en bak.
Dit is toch wel de leukste fase.
Probeer na een minuut of zo het ijzer open te klappen en kijk of de wafel-in-wording los wil.
Draai het ijzer om en bak door.
U zult zien dat door het bakken het wafelijzer wat open wordt gedrukt.
Als beide zijden mooi bruin zijn, is de wafel klaar.
En bak de volgende.
Opmerkingen
De eerste wafel was aan de randen al te bruin gebakken en midden licht van kleur.
De smaak was verder wel okay.
Maar de egaal goudbruine zijn het lekkerst.