Linzertaart

linzertaart (3K)

voor 8 - 10 punten

    • voor het deeg
  • 250 g bloem
  • 150 g basterdsuiker
  • 100 g hazelnoten, gemalen (geroosterd)
  • 150 g boter
  • 1 ei
  • 1 theel. kaneel
  • wat nootmuskaat, versgeraspt
  • 1 flinke theel. bakpoeder
  • zakje vanillesuiker
    • oor de vulling
  • 1 grote pot frambozenjam (ca. 400 g)
  • 1 eierdooier
  • 1 eetl. melk

Oven voorverwarmen op 180 °C.
Zeef de bloem met bakpoeder boven een kom.
Meng er suiker, kaneel, nootmuskaat en de hazelnoten door.
Doe de blokjes boter en het ei erbij en kneed tot een soepel deeg.
Laat het deeg even rusten in de koelkast.
Rol tweederde van het deeg uit tot een ronde lap iets groter dan de springvorm (24 cm Ø).
Maak een lage opstaande rand.
Vul met jam, strijk mooi glad uit.
Maak van rest van het deeg reepjes en leg die ruitvormig over de taart.
Roer de dooier los met 1 eetlepel melk en smeer de deegrandjes hiermee in.
Bak circa 30 minuten tot de taart goudbruin en gaar is.

Serveren
Laat afkoelen en bestrooi met poedersuiker.

Tip
Strooi poedersuiker door een zeefje voor mooi dun effect.
Klassiek: strooi voor de taart de oven ingaat wat amandelschaafsel langs de rand.

Opmerking
Deze beroemde taart is vernoemd naar de Oostenrijkse stad Linz en schijnt al in de 17e eeuw voor het eerst te zijn opgedoken. Zoals bij de meeste klassiekers zijn ook hier intussen verhitte discussies gaande over de precieze receptuur, bijvoorbeeld over de kwestie of er gemalen hazelnoten of amandelen door het deeg horen. De taart lijkt qua ruitpatroon wat op 'onze' Limburgse vlaai, maar dan met veel steviger, koekjesachtig deeg. Een ideale taart om een lekkere pot zelfgemaakte jam in te verwerken.

Bron: NN

Terug