|
|
Verwarm de oven voor op 220 °C.
Bekleed de bakplaat met bakpapier.
Doe de basterdsuiker met de kaneel en een snufje zout in de beslagkom en voeg de boter toe.
Meng alles met de handmixer goed door elkaar en voeg steeds een beetje bloem en wat amandelen toe.
Meng alles tot een stevig deeg.
Vorm van het deeg kleine balletjes van ongeveer 1½ - 2 cm groot.
Leg de helft van de balletjes op de bakplaat en zorg dat ze ongeveer 8 cm van elkaar af liggen.
Druk de balletjes met een lepel iets plat.
Schuif de bakplaat in de oven en bak de balletjes in 6 minuten tot dunne bruine koekjes.
Neem de bakplaat uit de oven en schuif een pannenkoekmes onder een koekje.
Leg dit op het taartrooster.
Doe dit met alle koekjes.
Bak de rest van de balletjes op dezelfde manier tot knapperige koekjes.
Serveren
Leg op vier bordjes een kletskop en leg de helft van de frambozen in een cirkel op deze kletskoppen.
Schep hierop een flinke bol ijs en leg hierop weer een kletskop.
Verdeel de rest van de frambozen over de bovenste kletskoppen of leg ze ernaast.
Bestuif het geheel met poedersuiker.
Bron: NN