voor ca. 20 wafels Hier het recept van een Goudse wafelbakker.
Het moelijkst is het doorsnijden dat lukt bijna niet als het niet je dagelijks werk is.
Je kunt het oplossen door 2 dunne wafels te bakken en die later op elkaar te plakken met de stroopertussen.
|
|
Los de gist op in lauw water, voeg de rest van de ingrediënten toe behalve het zout en kneed eensoepel deeg, voeg als laatste het zout toe en kneed het goed door.
Dek het deeg af met een in warm water uitgespoelde en goed uitgewrongen doek en zet het op een warme plaats 1uur te rijzen.
Smelt de stroop en roer de suiker, boter en kaneel erdoor, laat afkoelen tot lauwwarm.
Vorm balletjes ter grootte van een stuiter van het deeg en leg ze op een voorverwarmde schaal waarbij zeelkaar niet mogen raken, dek ze weer af met een warme, vochtige doek en laat ze nog een kwartiernarijzen.
Bak er in een ingevet wafelijzer, volgens gebruiksaanwijzing, goudbruine wafels van; voor een elektrischijzer is dat ca. 2 minuten.
Snijd ze, zo warm mogelijk, horizontaal doormidden, smeer de vulling erop en leg ze weer op elkaar, druklicht aan.
Stroopwafel zijn het lekkerst als ze lauwwarm gegeten worden.
Receptuur: een Goudse wafelbakker.
Tekst: Tonny Leeflang - Wondergem