|
|
Bedek de gedroogde vruchten met lauw water.
Laat 20 tot 40 minuten weken en laat uitlekken in een zeef.
Snijd het fruit in kleine blokjes, meng ze met het sinaasappelsap en laat ze 30 minuten weken.
Meng de gekonfijte citroenschil, noten en amandelen door het gedroogde fruit.
Klop de boter los met de eieren, honing, citroenschil, citroensap en kaneel.
Roer vervolgens de bloem met het bakpoeder erdoor en tenslotte het fruitmengsel.
Giet het beslag in een met boter ingevette broodvorm (20 cm lang) en strijk het glad.
Zet de taart op de onderste plank in een koude oven en bak hem op 180 °C gedurende ongeveer 60 minuten tot het oppervlak goudbruin is (controleer met een houtprikker!).
Kerf na 25 minuten baktijd de cake in de lengte in met een scherp keukenmes, zodat hij mooi barst.
Variatie
Voor vruchtentaartjes leg je kleine hoopjes van het deeg op een ingevette bakplaat en bak je ze op de middelste plank op 200 °C gedurende ongeveer 30 minuten.