![]() |
Gebak met honing en walnoten uit Turkije, voor 8 personen |
|
|
Doe 150 gram suiker, het citroensap en 15 cl water in een pan.
Laat de suiker al roerende oplossen en laat het geheel 10 minuten zachtjes inkoken tot een lichtestroop.
Giet de vanillesuiker erbij, laat het afkoelen en houd de suikerstroop apart.
Roer de walnoten, de overige suiker, honing en kaneel door elkaar.
Bestrijk de bodem van de ovenschaal licht met gesmolten boter en leg hierin een plak filodeeg.
Bestrijk dit plak filodeeg ook met gesmolten boter en leg hierop weer een plak filodeeg die ook bestrekenwordt met gesmolten boter.
Verdeel daarna de helft van het suiker-notenmengsel over het filodeeg en dek weer af met 2 met boterbestreken plakken filodeeg.
Verdeel de rest van het suiker-notenmengsel over het filodeeg en dek weer af met 2 met boter bestreken pakkenfilodeeg.
Snijd de baklava vervolgens in ruiten.
Verwarm de oven voor op 180 °C en bak de baklava in ca. 30 minuten gaar.
Verhoog in de laatste 10 minuten de oventemperatuur naar 225 °C tot de bovenzijde goudbruin is.
Haal de schaal uit de oven en giet direct de koude suikerstroop over de baklava.
Laat de baklava afkoelen voor het serveren.
Drankadvies
Thee van verse muntblaadjes.
Succestip
Voeg extra amandelen en pistachenoten toe aan de vulling.
Baklava is een typisch Arabisch gebak van laagjes fillodeeg, gevuld met een mengsel vangemalen pistachenoten en suiker en
overgoten met een suikersiroop, waardoor het gaat glanzen alsdiamanten.
Baklava is niet alleen zoet, het is, door de boter, ook erg machtig.
Maar de smaak is onovertroffen en typisch Arabisch door het gebruik van het oranjebloesemwater.
Het is heerlijk, vooral in combinatie met (munt)thee.
Baklava wordt oorspronkelijk gegeten tijdens feestelijke momenten, zoals het suikerfeest, bij een trouwerijof bij een geboorte.
|
|
Meng de kristalsuiker met 15 cl water en verwarm het al roerend, zodat de suiker helemaal oplost.
Breng het mengsel zodra de suiker is opgelost zonder roeren aan de kook en kook het 2 minuten door.
Neem de pan van het vuur en laat de siroop wat afkoelen.
Roer citroensap en rozen- of oranjebloesemwater erbij en laat de siroop helemaal afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180 °C (heteluchtoven: 160 °C).
Gebruik een hoge vierkante bakvorm of braadslee van 24 bij 24 cm, de maat van de fillodeegblaadjes.
Bekleed de vorm met een ruim stuk bakpapier en vet het bakpapier in.
Neem het fillodeeg uit de verpakking, leg het onder een vochtig gemaakte gestreken doek en laat het zoontdooien.
Maal in een amandelmolen of op de fijne rasp de pistachenoten en meng ze met de fijne suiker en de gemalenkaneel en kardamom.
Smelt de boter tot het nét vloeibaar is en houd op een warmhoudplaatje de boter gesmolten.
Vouw de fillodeegblaadjes open.
Als ze scheuren is dat niet zo erg.
Leg steeds een filloblaadje in de vorm en bestrijk het met gesmolten boter.
Leg er, een kwartslag gedraaid, een tweede blaadje op en bestrijk ook dit met gesmolten boter.
Schep na 6 - 7 blaadjes de helft van het pistache-suikermengsel erop.
Leg hierop weer 5 - 6 blaadjes filodeeg met gesmolten boter.
Strooi de rest van het pistache-suikermengsel erover en dek het geheel af met de rest van de blaadjesfillodeeg met gesmolten boter.
Snijd met een zeer scherp mes of met een pizzawieltje het nog ongebakken gebak in vierkantjes ofruiten.
Verdeel overgebleven gesmolten boter over het gebak.
Zet de vorm middenin de oven en bak de baklava 30 minuten, of tot het gebak mooi goudbruin van kleuris.
Neem de vorm uit de oven en schenk de suikersiroop gelijkmatig over het warme gebak.
Laat het gebak afkoelen.
Snijd de baklava in stukjes.
Tip
U kunt ook gepelde walnoten of blanke amandelen gebruiken, of een mengsel van gelijke delen walnoten,amandelen en pistachenoten.
Bron: NN