Seroendeng

Geroosterde kokos met pinda's

seroendeng (2K)

  • 200 g geraspte klapper (kokos)
  • 1 theel. trassi
  • 2 theel. gula Jawa
  • 5 rode uien
  • 2 teentjes knoflook
  • 2 salamblaadjes
  • 2 theel. asem of citroensap
  • 1½ eetl.olie
  • 100 g gebakken pinda's

Seroendeng is een onmisbaar klein, droog gerecht je dat bij geen enkele rijsttafel mag ontbreken.
Er kan gedroogde, gemalen kokos voor worden gebruikt.
De pinda's kunnen het beste ongezouten zijn.
Wrijf de ingrediënten (trassi, gula Jawa , uien, knoflook) fijn in de oelekan.
Meng er de geraspte kokos door.
Verhit de olie in de wok en roerbak hierin het kokosmengsel gedurende circa twee minuten.
Schep er de salamblaadjes en asem door.
Roerbak het mengsel tot het gelijkmatig bruin is en al het vocht verdampt is.
Schep het mengsel in een kom.
Rooster in de nog vette wadjan de pinda's onder voortdurend omscheppen goudbruin.
Meng de geroosterde pinda's door het kokos mengsel, verwijder de salamblaadjes en laat de seroendeng afkoelen.
Seroendeng is enkele weken houdbaar, mits bewaard in een goed gesloten pot.

Bron: Jan Rijks


Seroendeng II

  • 200 g gemalen kokos
  • 150 g ongezouten pinda's
  • 15 g suiker
  • 2 g zout
  • 2 g kummel poeder
  • 1 g kurkuma poeder
  • 2 g koriander poeder
  • 2 g gember poeder

Alles vermengen en in een oven van 140 °C langzaam kleuren.

Bron: Terry


Seroendeng III

  • 5 sjalotten
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 theel. trassie
  • 2 theel. gula Jawa of suiker
  • 2 theel. ketumbar
  • 1 theel. laospoeder
  • 2 theel. zout
  • 200 g geraspte klapper (kokos)
  • 2 salamblaadjes
  • sap van 1 citroen
  • 1½ eetl. olie
  • 100 g gebakken pinda's

Pel de sjalotten en de knoflook en snijd ze fijn.
Kneus ze met trassie, gula Jawa , ketumbar, laos en zout.
Roer de kokos en de salamblaadjes met de gekneusde kruiden goed om tot alles goed vermengd is.
Laat in een wadjan de olie heet worden en bak op een lage warmtebron de kokos onder voortdurend omscheppen met de soetil of een houten lepel.
Los de asem op in 3 eetlepels water en voeg deze toe aan de kokos of schenk het citroensap erbij.
Blijf roeren in de kokosmassa tot ze bruin is.
Niet te donker.
Haal de kokos van de warmtebron en meng de pinda's erdoor.
Laat de seroendeng afkoelen.
Doe ze over in een lege jampot, sluit deze goed af.
Je kunt seroendeng tamelijk lang bewaren.

Bron: NN


Seroendeng IV

  • 200 g kokosmeel
  • 3 a 4 eetl. pinda's
  • 6 eetl. gesneden uien
  • 2 teentjes gesnipperde knoflook
  • 2 theel. laos (galanga, verwant aan gember)
  • 4 theel. ketumbar (koriander)
  • 2 theel. jinten (komijn)
  • 1 theel. zout
 
  • 6 theel. Gula Jawa (Javaanse suiker, palmsuIker)
  • 2 eetl. asam (tamarindepasta of
    geweekte en gezeefde tamarinde)
  • ½ theel. kencur (soort gember)
  • 2 jeruk purut bladeren (citroenblad)
  • 4 salambladeren (Indonesische laurier)
  • 1 spriet sereh (citroengras)
  • 3 eetl. olie

Wrijf de uien, knoflook, laos, ketumbar, jinten, kencur, zout en suiker tot een brij.
Maak met de asam en 2 eetlepels water een dik papje en meng dit door de kruiden.
Maak olie warm en bak de pinda's lichtgeel.
Haal de pan van het vuur en schep de pinda's eruit.
Fruit dan het uienmengsel en voeg het kokosmeel toe.
Draai het vuur laag (warmhoudplaat), roer de kruiden door de kokos en schep om en om tot de kokos geel wordt.
Voeg de blaadjes toe en fruit ze mee, zorg dat de korrelige massa zich niet aan de pan hecht.
Gebeurt dit toch, dan de pan even van het vuur nemen.
Als de serundeng egaal bruin is, de pinda's erdoor roeren.
Op een schotel storten en afdekken met keukenpapier.
Droog bewaren, de blaadjes blijven er in.

Bron: Indisch kookboek


Seroendeng V

  • 200 g geraspte kokos
  • 2 sjalotjes
  • 1 theel. trassi (garnalenpasta)
  • 2 theel. ketumbar (koriander)
  • 1 theel. jinten (komijn)
  • ½ theel. kunyit (kurkuma)
 
  • olie
  • zout
  • ¼ schijfje gula jawa (Javaanse suiker, palmsuiker)
  • 1 eetl. azijn
  • 100 g pinda's (zonder zout)

De geraspte kokos in de braadpan al omscheppende zachtjes droog verhitten en goudbruin laten worden (niet te donker).
De kokos al omscheppend laten afkoelen.
De fijngesnipperde sjalotjes met de kruiden in weinig olie zachtjes fruiten.
Met wat zout de verpulverde gula jawa en de azijn erbij roeren.
De goudbruin gebrand kokos en de vliespinda's erbij en alles helemaal laten afkoelen.

Bron: Indisch kookboek

Terug