Sambal goreng babi - I

  • 300 g varkenspoulet
  • 2 fijngehakte uien
  • 1 teentje knoflook
  • 1 theel. sambal trassi
  • 1 theele. laos (galanga, soort gember)
  • 2 theel. gula Jawa (Javaanse suiker, palmsuiker)
  • ½ theel. sereh (citroengras)
  • 1 salamblad (Indonesisch laurierblad)
  • 2 jeruk purut blaadjes (citroenblad)
  • asamwater (tamarindepasta of geweekte en gezeefde tamarinde)
  • santen (kokosmelk)

Hak de restjes kip, met botten en al in stukjes.
Marineer ze minstens een uur in een papje van asam, zout en enkele eetlepels water.
Bak ze in de olie lichtbruin.
Wrijf de kruiden met uitzondering van de sereh fijn en braad ze mee.
Voeg een scheut water toe, het sap van een halve citroen en de sereh.
Laat stoven tot de kip gaar is, het gerecht blijft enigszins vochtig.

Bron: Indisch kookboek


Sambal goreng babi - II

  • varkensfricandeau
  • 10 à 12 cabé (rode pepers)
  • 1½ ons ui
  • 1 teentje knoflook
 
  • 5 cl kecap (Indonesische sojasaus)
  • 2 theel. gemberpoeder
  • zout naar smaak

Zet een stuk varkensfricandeau 1 dag in azijn.
Doe het daarna in een pan de cabé, ui, knoflook, kecap en zout.
Voeg er twee theelepels gemberpoeder en wat water bij en laat het langzaam afgedekt gaar smoren.

Bron: Indisch kookboek

Terug