|
|
Snijd de Chinese kool in stukken en strooi er flink wat zeezout overheen.
Het zout zal het vocht uit de kool halen en zo in feite de groente garen.
Laat de kool zo 2 uur staan.
Snijd de sjalot, wortel, selder en prei in kleine stukjes en stoof ze aan in boter.
We hebben ze klein gesneden omdat ze snel hun smaak zouden afgeven.
Leg er de kippenvleugels op en kruid met peper en zout.
Stoof even aan zonder te verkleuren.
Blus met water en laat onder deksel een kwartiertje pruttelen.
Haal de kippenvleugels uit het kookvocht en laat ze uitlekken.
Doe alle ingrediënten voor de marinade in een blender en mix tot een gladde massa.
Giet de marinade over de kippenvleugels en laat een half uurtje trekken.
Snijd intussen de abrikoosjes fijn en prak ze door de kaas met flink wat rozemarijn.
Vul de konijnenrugjes met dit mengsel.
Bind de rugjes op en bestrijk met arachideolie en extra rozemarijn.
Spoel de kool grondig en laat drogen in een handdoek.
Snipper de pepers en de bieslook en doe ze bij de kool.
Breng op smaak met arachideolie en peper.
Prik de vleugeltjes op spiesen en rooster alles boven niet te hete kolen.
De kippenvleugels zijn al gaar en de konijnenrugjes hebben ook niet veel nodig.
Geef het gewoon de tijd om de kaas te doen smelten.
Serveer met de salade en lekker brood.
chefkok Geert Van Der Bruggen voor 'Lekker van bij ons'
Bron: Verfijn met konijn