Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Het vlees fijnmalen.
Alle ingrediënten heel fijn stampen.
Voeg hierbij het vlees en ei.
Maak hiervan 3 ronde bolletjes, die aan een satéstokje geregen worden.
Men braadt ze in warme kokosolie lichtbruin.
voor 3 à 4 personen
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Doe de satéprikkers van te voren (minimaal 30 minuten) in een bak met water zodat ze straks niet verbranden op de grill.
Gebruik de kom van de staafmixer of foodprocessor voor de bumbu.
Als je kemirinoten hebt rooster die dan kort even aan in een droge pan, net zoals je pijnboompitten roostert.
Doe vervolgens de sjalot, knoflooktenen, lombok, kemirinoten, trassi, djintan, ketumbar, suiker, zout en citroensap in de mixer en maak hier een gladde bumbu van.
|
|
|
Fruit de bumbu in een scheut olie op matig vuur enkele minuten aan.
Voeg vervolgens de geraspte kokos toe en roer door het geheel.
Blijf alles omscheppen.
Al snel zal het geheel wat droger worden door de kokos.
Zet het vuur uit en laat even een paar minuten (eventueel in de koelkast) afkoelen.
Doe het gehakt in een grote (meng)kom en voeg het ei, paneermeel, kecap manis en de afgekoelde bumbu toe.
Meng goed door elkaar.
Als het nog wat te nat is voeg je nog wat paneermeel toe.
Draai balletjes ongeveer ter grootte van een soepballetje en rijg deze aan een satéprikker.
Bestrijk de saté met wat olie en bak ze vervolgens op matig vuur op de barbecue, in de grillpan of op een grillplaat.
Draai geregeld tot ze rondom mooi bruin zijn.
Maak een kecapsausje door kecap te mengen met het ragfijn gesneden teentje knoflook en ragfijn gesneden sjalotje.
Voeg tevens de sambal en citroensap toe.
Tip
Wil je meer maken?
Gebruik dan 500 gram gehakt in plaats van 300 gram.
De rest kan je hetzelfde houden!
