Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Snijd de runderlappen in blokjes.
U wrijft de ingrediënten (uien, knoflook, lombos, kemirie, laos, koenjit) in de oelekan fijn.
Verhit 1 eetlepel olie in een pan en roerbak hierin de bumbu gedurende 2 minuten.
Schep er de blokjes vlees door en roerbak ze 3 minuten.
Schenk zoveel water in de pan dat het vlees net onder staat en voeg de santen en de asem toe.
Houd het geheel aan de kook (blijf wel roeren!) tot de santen is opgelost.
Temper de hittebron en laat het vlees zonder deksel op de pan zachtjes gedurende circa 1½ uur koken tot het gaar is en vrijwel al het vocht is verdampt.
Bron: Jan Rijks
|
|
Vijzel of mix de ingrediënten voor de bumbu tot een pasta.
Verwarm een scheutje olie in een grote pan op middelhoog vuur.
Bak hierin de bumbu en fruit deze tot de heerlijke geuren vrijkomen.
Voeg ondertussen de sereh, jeruk purut en salam toe.
Roer goed en bak even mee.
Vervolgens de sukadelappen toevoegen en even meebakken.
Voeg vervolgens de bouillon en de kecap manis toe en roer goed door.
Zet het vuur laag en laat ongeveer 1½ à 2 uur sudderen op laag vuur (met deksel).
|
|
Natuurlijk kan je alles met de vijzel fijn maken, maar ik gebruik de kom van de staafmixer (of keukenmachine).
Doe de sjaloten, knoflook, rode pepers, evt. kemirinoten, laos, djahé, kunjit, ketumbar, kruidnagels en een snuf zout in de mixer en meng tot een gladde bumbu.
Doe een scheut olie in een pan met dikke bodem en fruit de bumbu een paar minuutjes aan op middelhoog vuur.
Voeg nu ook de assem toe.
Snijd ondertussen het vlees in hapklare stukken van ongeveer 2 cm en voeg deze toe aan het geheel.
Blijf het vlees door de bumbu roeren (paar minuten) totdat het enigszins dichtgeschroeid is (dit zorgt ervoor dat het vlees niet uit elkaar valt).
![]() |
![]() |
![]() |
Los ondertussen de santen op in 40 cl kokend water en voeg dit toe aan de bumbu.
Voeg ook een stengel sereh toe en de salamblaadjes.
En nu begint het pruttelen.
Laat het minstens 3 uur op laag vuur met de deksel op de pan pruttelen.
Wel af en toe (om de 20 à 30 minuten) even roeren.
Je zal merken dat de saus indikt.
Proef na 2 à 2½ uur even of het vlees goed gaart.
Om het geheel op het eind wat sneller in te laten dikken, laat je de deksel van de pan en zet je het vuur een slag hoger.
Serveer met witte of gele rijst, komkommer of acar ketimoen en bijvoorbeeld sajoer boontjes.
Tip
Ondanks 3 lomboks niet pittig genoeg, voeg dan nog een scheut sambal toe. Of ga op voorhand voor extra pepertjes (lomboks). Er zijn recepten waar wel 10 lomboks ingaan. Met 5 lomboks is de rendang pittig maar zeker niet overdreven pittig te noemen.
|
|
Snijd het vlees in stukjes van ca. 2 cm.
Maak de kruidenpasta: Snipper de gepelde uien en knoflookteentjes.
Hak de noten en rooster ze in een droge koekenpan met antiaanbaklaag goudbruin en stamp ze fijn.
Verhit de olie in een braadpan en roerbak de ui, knoflook, kemiri, gember, sambal, djintan, ketumbar en kurkuma ca. 2 minuten.
Roer de tamarinde, de goela djawa, de kecap, 1 l water en de kokosmelk erdoor.
Voeg de sereh en jeruk-purutblaadjes toe en breng het geheel aan de kook.
Roer het vlees erdoor en laat dat, afgedekt, zachtjes in ca. 1½ uur gaar worden.
Zet het laatste halfuur het deksel schuin op de pan zodat de saus wat in kan koken, roer af en toe om aanbakken te voorkomen.
Lekker met witte rijst en een komkommersalade.
|
|
Doe olie in de pan.
Voeg er de gehakte ui, knoflook, pepers en de bumbu aan toe.
Voeg het vlees in blokjes toe en laat verder kleuren.
Doe de bouillon en kokosmelk erbij.
Knijp er een partje citroen overheen.
Laat op een laag vuur garen/sudderen.
Af en toe omroeren tot het vlees gaar is (ongeveer 3 uur).
Tip
Een dag van tevoren bereiden brengt de smaken nog beter tot hun recht!
Presenteren met gele rijst, hete sperzieboontjes en ingelegde komkommer.