voor 2 personen
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Breng in een ruime pan een flinke laag water aan de kook.
Voeg de noedels toe en kook deze in ca. 2 minuten gaar.
Trek de noedels na 1 minuut koken uit elkaar.
Afgieten in een vergiet, met koud water afspoelen en goed uit laten lekken.
Maak de champignons schoon en halveer ze.
Was en snijd de lente-uitjes in stukjes van ca. 2 cm.
Was en snijd de tomaten in partjes.
Zet een grote wok op het vuur en laat de wok goed heet worden.
Voeg een scheutje olie toe en roerbak de champignons en de vleesreepjes 5 minuten.
Schep de afgekoelde noedels en de lente-uitjes erdoor en roerbak nog 3 minuten.
Voeg dan de woksaus naar smaak (ca. 5 eetlepels) en de partjes tomaat toe en schep alles nog een keer goed door elkaar.
Schep de woknoedels in diepe borden of kommen en strooi de koriander erover.
Lekker anders kan ook:
In plaats van champignons kun je ook shiitakes of oesterzwammen gebruiken.
Ook kun je de (varkens)vleesreepjes door runderreepjes (4 minuten roerbakken) vervangen.
Op tafel:
Zet kroepoek en gebakken uitjes op tafel, om naar eigen smaak erbij te nemen.
