Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Snijd het vlees in blokjes van ca. 1 cm.
Verhit een flinke laag olie in een wok tot 180º C.
(Test de temperatuur met een stukje witbrood, dat moet in een ½ minuut lichtbruin zijn).
De olie mag niet walmen.
Breng in een ruime pan een flinke laag water (met wat zout of kecap) aan de kook.
Voeg de rijst toe en kook deze in ca. 10 minuten gaar.
Afgieten en terug in de pan met het deksel erop nog 3 minuten laten staan.
Maak een glad beslag van het bakmeel, de maïszetmeel wat zout en 10 cl water.
Haal de blokjes vlees door het beslag.
Laat ze direct in de hete olie glijden en frituur ze (6 à 8 tegelijk) rondom goudbruin en gaar.
Laat ze op keukenpapier goed uitlekken.
Breng 10 cl water met 10 cl van het ananassap (uit het blikje) aan de kook.
Voeg al roerende het kokende water-ananassap toe aan de sausmix.
Roer de (goed uitgelekte) acar en de ananasstukjes door de saus.
Leg de krokante vleesblokjes op een warme schaal en verdeel de saus erover.
Geef de warme rijst er apart bij.
Op tafel
Zet sambal en acar op tafel, om naar eigen smaak toe te voegen en erbij te nemen.
Lekker met roergebakken prei met paprika.
Lekker anders kan ook
Kant-en-klaar is lekker makkelijk.
Maar wil je toch een opvallend andere smaak, voeg dan ook 2 in ringetjes gesneden lente-ui en een 1/2 fijngesneden rode paprika toe aan de acar en de ananasstukjes.