Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Breng in een ruime pan een flinke laag water (met wat zout of kecap asin) aan de kook.
Voeg de mie toe, kook deze in ca. 12 minuten gaar.
Afgieten in een vergiet en goed laten uitlekken.
Meng ondertussen de mix voor Bami Goreng met 10 cl kokend water en laat het tenminste 10 minuten staan.
Snijd de hamlapjes in kleine blokjes.
Pel en snijd de knoflook fijn.
Zet een grote wok op het vuur en laat de wok goed heet worden.
Voeg een scheutje olie toe en roerbak de vleesblokjes ca. 3 minuten.
Roer de gewelde mix erdoor.
Voeg de bahmigroenten en de knoflook toe en roerbak ze 5 minuten mee.
Voeg vervolgens de kecap en de sambal (hoe meer, hoe heter!) toe, schep de goed uitgelekte mie erdoor en roerbak nog 3 minuten.
Schep de bahmi goreng op 4 borden.
Op tafel
Zet sambal, kecap, kroepoek, seroendeng, gebakken uitjes en acar op tafel, om naar eigen smaak toe te voegen en erbij te nemen.
Lekker anders kan ook
In Indonesië wordt er met bahmi boreng eindeloos gevarieerd.
Daar worden de restjes vlees en groenten van de vorige dag ervoor gebruikt.
Hier kun je er – voor een authentieke maaltijd – nog een omelet of spiegeleieren bijbakken.
voor 2 personen
|
|
Was de komkommer en de selderij.
Schaaf de komkommer in plakjes en maak er met wat selderij en azijn een salade van.
Maak de rest van de groente schoon.
Snijd de ui in snippers, prei in ringen en wortel in kleine blokjes.
Verwijder van het pepertje een deel van de pitjes.
Snijd het pepertje in reepjes.
Was de taugé.
Hak de pinda´s grof.
Maak een kruidenmix door komijnzaad, kurkuma, laos en korianderzaad te mengen.
Kook de mie volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
Spoel de gare mie in een vergiet af met koud water en laat de mie goed uitlekken.
Bak de varkenslap met de kruidenmix in de hete olie aan alle kanten bruin.
Voeg de ui, de wortel en de peper toe en roerbak dit in een paar minuten gaar.
Bak de prei mee gaar.
Voeg de uitgelekte mie toe en laat de mie al omscheppend mee heet worden.
Voeg de uitgelekte taugé toe en warm dit kort mee.
Breng de bami op smaak met wat selderij en ketjap en strooi de pinda´s erover.
voor 4 à 5 personen
|
|
Snijd de katenspek in kleine stukjes en bak in de wok of (braad)pan enkele minuten tot ze net niet krokant zijn.
Gebruik geen of weinig olie, want de spek geeft voldoende vet af.
Haal uit de pan en laat uitlekken op keukenpapier.
Snijd de kipfilet in hele kleine stukjes en bak deze enkele minuten in het vet van het katenspek tot het gaar is.
Maak ondertussen de bumbu door de ui of sjalotten, rode peper, knoflooktenen en laos te mixen tot een gladde bumbu.
Je kan het overigens ook met een mes ragfijn snijden.
![]() |
![]() |
![]() |
Voeg de bumbu toe aan de gebakken kip en fruit 2 minuutjes mee.
Voeg vervolgens ook het katenspek weer toe.
Zet het vuur wat lager en voeg de kecap manis toe samen met een verkruimeld kip bouillonblokje en meng alles grondig door elkaar.
Schuif nu het mengsel een beetje naar één kant van de pan en voeg twee eitjes toe.
Net zoals een roerei zorg je dat je stukjes ei krijgt.
Roer daarna door de rest van het geheel en laat even op laag vuur gaar pruttelen (eventueel met deksel).
Snijd ondertussen de prei in halve ringetjes en snijd de spitskool eveneens fijn (of gebruik een zakje kant-en-klaar gesneden witte- of spitskool van 200 g ).
Voeg de prei en witte kool toe bij de rest en meng grondig door elkaar.
Laat de eiermie (bami) volgens de verpakking een minuut of 4 à 5 weken in kokend water.
Voeg vervolgens stapsgewijs toe.
Ik gebruik ongeveer driekwart van het pak.
Serveer met atjar, kroepoek en sambal naar keuze.
|
|
Kook de bami in ruim water met wat zout en een druppeltje olie.
Snijd de kipfilet in blokjes en kruid deze met peper, zout, knoflook, ketumbar, djahé en sambal.
Snijd de champignons, courgette, uien, prei, spitskool en prei.
Snijd de schouderham in reepjes.
Bak nu als eerste de kipfilet’s blokjes en zet apart.
Wok vervolgens de champignons, courgette en spitskool apart van elkaar en doe deze bij de kipblokjes.
Nu kunnen we echt beginnen .
Fruit de uien met de spekblokjes met sambal, ketumbar, djahé en knoflook even aan.
Doe hier de uitgelekte bami bij en schep goed door.
Nu kunnen de gebakken groenten erbij en weer goed doormengen.
Op he laatst de taugé, prei en schouderham toevoegen en nog even mee laten garen.
Op smaak maken met maggi en sambal.
Kan geserveerd worden met saté, pindasaus en een spiegelei.
Tip
Als je verse knoflook hebt kun je die het beste op de uien raspen.